25 maart 2021
CPB Column - Pieter Hasekamp

Gefeliciteerd met uw jubileum op het werk!

Photo of Pieter Hasekamp
Mijn éénjarig jubileum bij het CPB zou ongemerkt voorbij zijn gevlogen, als ik niet opeens allerlei felicitatieberichten op LinkedIn had ontvangen. Die kwamen weliswaar twee weken te laat (om de een of andere reden denkt het algoritme dat ik op 15 maart ben begonnen) maar de bedoeling was ongetwijfeld goed. Eigenlijk is het vrij bespottelijk om een werkjubileum van minder dan 25 jaar te vieren – maar het is wel een mooie aanleiding om terug te kijken op mijn eerste jaar als directeur.
Pieter Hasekamp
directeur bij het Centraal Planbureau
Photo of Pieter Hasekamp

Eerder deelde ik al een aantal algemene observaties over het coronajaar. Hieronder ga ik vooral in op mijn eigen ervaringen.

De start was al bijzonder: op mijn tweede werkdag presenteerde ik de nieuwe economische ramingen, die er redelijk goed uitzagen – al hielden we rekening met de mogelijkheid dat het coronavirus roet in het eten zou gaan gooien. Waar we geen rekening mee hielden, was de mogelijkheid dat nog geen twee weken later Nederland (met grote delen van de wereld) in lockdown zou gaan. De samenleving ging op slot op een manier die sinds de Tweede Wereldoorlog niet was voorgekomen, de economie stortte in. En het was totaal onduidelijk hoe het verder zou gaan. Om toch iets te kunnen zeggen maakte het CPB vier scenario’s, die we eind maart presenteerden. Daaraan voorafgaand deden we pogingen  om onze modellen aan te sluiten op die van het RIVM – wat onmogelijk bleek omdat zij blij waren als ze voor de epidemie drie weken vooruit konden kijken, en onze raming voor de economie twee jaar besloeg. Wel toetsten we de plausibiliteit van de uitgangspunten. Was het logisch om uit te gaan van contactbeperkingen voor de duur van drie maanden tot een jaar? Ja, dat kon, maar volgens de epidemiologen zou anderhalf jaar ook best kunnen. Daar durfde toen nog niemand aan te denken…

Intussen werkte iedereen vanaf huis – dus ik ook. Mijn kennismaking met de organisatie verliep via Jitsi en Webex, digitale platforms waar ik een maand eerder nog nooit van gehoord had. Ik stuurde een dagelijkse mail en hield een wekelijkse digitale inloop voor alle medewerkers (“D-praat”). Ik deed ook mee met de dagelijkse koffiepraat, waar deelnemers door een slim programma aan elkaar gekoppeld werden voor een digitale ontmoeting. Er waren online semimars, digitale afscheidsborrels, een digitale boekenclub, een online CPB-uitje, et cetera. En eigenlijk is dat allemaal nog steeds zo. Elke ochtend installeer ik me aan de keukentafel, ik klap mijn laptop open en zet mijn iPad op de standaard – klaar voor een dag digitaal overleg, onderbroken door een loopje naar het espressoapparaat (op twee meter), de broodjeszaak (op de hoek van de straat) of het Binnenhof (op tien minuten).

Rond de zomer was er tijdelijk wat meer mogelijk. Ik schreef een 100 dagenbrief, we hadden fysieke bijeenkomsten met het MT, met de programmaleiders, met nieuwe medewerkers. De CPB’ers bleken hele fijne collega’s. En met plezier kon ik constateren dat de organisatie er goed voor staat: een ijzersterk merk, met publicaties van hoog niveau en dito impact, een aantrekkelijke werkgever – over dat laatste heeft mijn collega-directielid Jeroen Hinloopen net een blog geschreven. Tegelijkertijd zijn er altijd aandachtspunten: een zeer hoge werkdruk, de noodzaak om scherper te prioriteren in het werkprogramma, de behoefte aan meer samenwerking (onder andere met de andere planbureaus) en meer dialoog met de buitenwereld. Van dat laatste is deze wekelijkse column een uitvloeisel.

Daarna ging de samenleving weer grotendeels op slot en het CPB zelf vier maanden in intelligente lockdown voor de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s – ik heb daar eerder een blog over geschreven. Tussendoor kwam ook nog de analyse van de voorstellen voor het Nationaal Groeifonds (waarover binnenkort meer) en natuurlijk de reguliere economische ramingen (die we komende woensdag presenteren). En natuurlijk bleef de coronacrisis iedereen bezighouden. Ook mij persoonlijk: begin januari zat ik tien dagen in quarantaine met een coronabesmetting. Vanuit het CPB deden we onderzoek naar de gevolgen van de crisis en het gewenste economische (steun-) beleid, maar we kozen er ook voor ons niet te mengen in het debat over de lockdown – er zijn andere experts die daar veel meer van weten. Wel hebben we benadrukt dat er geen simpele afruil is tussen beperkende maatregelen en economische schade. Samen met de andere planbureaudirecteuren, en als lid van de SER Denktank Corona, heb ik gewezen op de noodzaak om snel te komen tot samenhangend herstelbeleid, met brede welvaart als leidend perspectief.

En nu? We staan aan het begin van de kabinetsformatie en voor grote maatschappelijke en economische uitdagingen. Het CPB zal waarschijnlijk gevraagd worden iets toe te lichten over de economische uitgangspositie en de beleidsopgaves – en mag dan aan het eind van het proces het regeerakkoord doorrekenen. Het illustreert de bijzondere positie van het bureau in het Nederlandse bestel. Dat is niet mijn verdienste, maar die van mijn voorgangers, van Tinbergen tot Van Geest, en vooral van al die medewerkers die sinds de oprichting invulling hebben gegeven aan onze missie: het leveren van onafhankelijke economische analyses en ramingen voor beleid. Vorig jaar bestond het CPB 75 jaar. Ik vind het een eer en een voorrecht om in deze bijzondere tijd leiding te mogen geven aan dit unieke instituut – en kijk uit naar het vervolg. De echte felicitaties neem ik graag na afloop in ontvangst.

Pieter Hasekamp

alle columns en artikelen

Pieter Hasekamp

directeur bij het Centraal Planbureau

Neem contact op
Recente CPB columns

alle columns en artikelen