16 augustus 2017

Kerngegevenstabel plus koopkrachttabel concept Macro Economische Verkenning 2015-2018

Economische groei trekt stevig aan

Persbericht
De Nederlandse economie zit flink in de lift, zo blijkt uit de nieuwste ramingen van het Centraal Planbureau (CPB). Dankzij een zeer sterk tweede kwartaal trekt de economische groei dit jaar naar verwachting aan tot 3,3%. Daarmee zou de groei voor het eerst sinds het uitbreken van de crisis (2007) weer boven de 3% uitkomen. Ook voor komend jaar zijn de economische vooruitzichten naar boven bijgesteld. Het CPB raamt voor 2018 een groei van 2,5%.

Ga direct naar de cijfers.

De nieuwe cijfers voor 2017 en 2018, vandaag gepubliceerd in de concept Macro Economische Verkenning 2018 (cMEV), zijn duidelijk beter dan het beeld uit de raming van juni. Dit komt vooral op het conto van de zeer gunstige ontwikkeling van de Nederlandse export.

Belangrijkste cijfers voor 2017 en 2018

  • Ontwikkeling economie: 3,3% groei in 2017 en 2,5% groei in 2018
  • Dalende werkloosheid: 4,9% in 2017, daalt verder naar 4,3% in 2018
  • Inflatie: zowel in 2017 als in 2018 1,3%
  • Begrotingsoverschot neemt toe: in 2017 bedraagt EMU-saldo 0,6% bbp; in 2018 0,9% bbp
  • Overheidsschuld blijft dalen: 57% bbp in 2017 en 54% in 2018

Door het verder aantrekken van de economie zal ook de werkloosheid sneller gaan dalen; tot 4,3% in 2018. Met een oplopend begrotingsoverschot en een sterk dalende overheidsschuld staan de overheidsfinanciën er bovendien gezond voor. Ondanks de recent aangekondigde extra uitgaven aan verpleeghuiszorg raamt het CPB zowel voor 2017 (+0,1%-punt bbp) als voor 2018 (+0,2%-punt bbp) een lichte verbetering van het EMU-saldo. Verder zijn de verwachtingen ten aanzien van de inflatie (hicp) iets naar beneden bijgesteld. Dit hangt nauw samen met de lagere olieprijs en de sterkere euro.  De mediane koopkracht neemt in 2017 en 2018 toe met respectievelijk 0,3 % en 0,5%. Voor 2018 is dit 0,3%-punt gunstiger dan bij de juniraming, wat mede het gevolg is van de neerwaartse aanpassing van de inflatie.

Raming voor de middellange termijn: 2018 tot en met 2021
Tegelijk met de cMEV is ook de middellangetermijnverkenning 2018-2021 (mlt) uit maart van dit jaar geactualiseerd (lees de bijbehorende CPB Notitie):

  • Ontwikkeling economische groei 2018 tot en met 2021: gemiddeld 1,8% per jaar
  • Werkloosheid komt uit op 4,6% in 2021
  • Inflatie ligt in periode 2018 tot en met 2021 op gemiddeld 1,5% per jaar
  • Rijksbegroting 2021: 1,6% bbp begrotingsoverschot bij een overheidsschuld van 45% bbp

Het houdbaarheidssaldo, waarmee wordt aangegeven of de overheidsbegroting – bij voortzetting van het huidige niveau van regelingen en voorzieningen – ook op de lange termijn houdbaar is, komt uit op een positief saldo van 0,2%. Ten opzichte van de raming uit maart is sprake van een verslechtering van 0,3%-punt.  Het negatieve effect van de recent aangekondigde extra uitgaven aan verpleeghuiszorg is daarbij verzacht; de verder aantrekkende economische groei leidt bij gelijkblijvende uitgaven in de mlt-periode namelijk tot houdbaarheidswinst.

 

Vragen en antwoorden

Het (demissionaire) kabinet werkt nog aan de begroting voor volgend jaar, waarom komt het CPB dan begin augustus al met een raming?
Traditiegetrouw worden de kortetermijnramingen van het CPB – en dan vooral de koopkrachtcijfers – door het kabinet gebruikt als basis voor de afronding van de besluitvorming over de begroting en het belastingplan, die op Prinsjesdag (dit jaar op 19 september 2017) worden gepresenteerd. Het CPB verwerkt de besluiten van het kabinet in de Macro Economische Verkenning (MEV), die eveneens op Prinsjesdag verschijnt.

Waarom publiceert het CPB nu ook een update van de middellangetermijnverkenning (mlt)?
Normaal publiceert het CPB medio augustus – in aanloop naar Prinsjesdag – alleen de concept Macro Economische Verkenning (cMEV). De actualisatie van de middellangetermijnverkenning is gemaakt op verzoek van de informateur.

Hoe zeker zijn deze cijfers en wat zijn op dit moment de grootste risico’s voor de Nederlandse economie?
Er zijn altijd factoren die de economische vooruitzichten – positief of negatief – kunnen beïnvloeden. De raming voor de economische ontwikkeling, zowel op de korte als op de middellange termijn, is met onzekerheden omgeven. Aan de ene kant vormen internationale politieke onzekerheden en ontwikkelingen in de financiële sectoren negatieve risico’s voor de Nederlandse economie. Aan de andere kant kan de economie zich nog rooskleuriger ontwikkelen als de groei doorzet, niet alleen in Nederland maar ook internationaal.

De komende jaren hoeven we ons dus geen zorgen te maken over een recessie?
Zowel een periode van aanhoudende hoogconjunctuur als een nieuwe recessie behoren in de komende jaren tot de mogelijkheden. Deze beide mogelijkheden worden echter niet voorspeld, maar behoren tot de opwaartse respectievelijk neerwaartse risico’s in de raming voor 2018-2021. De economische groei op middellange termijn is gelijk aan de potentiële groei. Er is niet langer sprake van inhaalgroei, omdat de economie in 2018 in evenwicht is en bij veronderstelling ook in 2021.

Conclusies

Lees het bijbehorende persbericht en CPB Notitie 'Actualisatie Middellangetermijnverkenning 2018-2021'.

Economische groei in Nederland, 2008-2018

Deze grafiek toont de groei van het Bruto Binnenlands Product in Nederland van 2008 t/m 2018

Kerngegevenstabel 2015-2018, 16 augustus 2017

Internationale economie
  2015 2016 2017 2018
Relevant wereldhandelsvolume goederen
en diensten (%)

3,8

3,6

4,3

4,0

Concurrentenprijs (goederen en diensten,
exclusief grond- en brandstoffen (%)

7,9

-3,7

0,6

0,0

Olieprijs (dollars per vat)

51,9

43,3

49,3

49,5

Eurokoers (dollar per euro)

1,11

1,11

1,11

1,14

Lange rente Nederland (niveau in %)

0,7

0,3

0,6

0,8


Volume bbp en bestedingen
  2015 2016 2017 2018
Bruto binnenlands product
(bbp, economische groei, %)

2,3

2,2

3,3

2,5

Consumptie huishoudens (%)

2,0

1,6

2,2

2,3

Consumptie overheid (%)

-0,2

1,2

0,5

1,6

Investeringen (inclusief voorraden, %)

11,2

3,1

6,3

4,7

Uitvoer van goederen en diensten (%)

6,5

4,3

4,9

4,5

Invoer van goederen en diensten (%)

8,4

4,1

4,4

5,1


Prijzen, lonen en koopkracht (toelichting/begrippen)
  2015 2016 2017 2018
Prijs bruto binnenlands product (%)

0,8

0,6

1,1

1,6

Uitvoerprijs goederen en diensten
(exlusief energie, %)

1,5

-0,9

1,0

0,3

Prijs goedereninvoer (%)

-5,4

-4,4

3,6

-0,5

Inflatie (geharmoniseerde
consumentenprijsindex, hicp, %)

0,2

0,1

1,3

1,3

Loonvoet bedrijven (per uur, %)

-0,2

0,6

2,2

3,2

Contractloon bedrijven (%)

1,2

1,5

1,6

2,2

Koopkracht, statisch, mediaan,
alle huishoudens (%)

1,0

2,7

0,3

0,5


Arbeidsmarkt
  2015 2016 2017 2018
Beroepsbevolking (%)

0,4

0,4

0,8

1,1

Werkzame beroepsbevolking (%)

1,0

1,3

2,0

1,7

Werkloze beroepsbevolking
(in duizend personen)

614

538

440

395

Werkloze beroepsbevolking
(niveau in % beroepsbevolking)

6,9

6,0

4,9

4,3

Werkgelegenheid (in uren, %)

0,6

2,0

2,0

1,6


Overig
  2015 2016 2017 2018
Arbeidsinkomensquote
bedrijven (niveau in %) (a)

72,2

72,9

72,4

72,9

Arbeidsproductiviteit
bedrijven (per uur, %)

1,5

0,4

1,5

0,9

Individuele spaarquote
(niveau in % beschikbaar inkomen)

-0,4

0,3

0,3

0,5

Saldo lopende rekening
(niveau in % bbp)

8,3

8,7

8,8

8,6


Collectieve sector (toelichting/begrippen)
  2015 2016 2017 2018
EMU-saldo (% bbp)

-2,1

0,4

0,6

0,9

EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp)

64,6

61,8

57,2

53,8

Collectieve lasten (% bbp)

37,3

38,7

38,8

38,8

Bruto collectieve uitgaven (% bbp)

45,2

43,8

42,9

42,4

Aanvullende kerngegevens 2015-2018

Investeringen en uitvoer
  2015 2016 2017 2018
Bruto investeringen bedrijvensector
(exclusief woningen %)

10,0

3,0

5,9

4,9

Investeringen bedrijven in woningen (%)

20,9

19,0

12,8

6,1

Uitvoer van binnenslands geproduceerde
goederen (exclusief energie, %)

4,4

4,4

5,4

4,6

Wederuitvoer goederen
(exclusief energie, %)

6,9

5,9

7,0

6,0


Prijzen,overheid, nationale cpi en contractloon marktsector (toelichting/begrippen)
  2015 2016 2017 2018
Nationale consumenten prijsindex (cpi, %)

0,6

0,3

1,4

1,4

Afgeleide nationale consumentenprijsindex
(cpi, %)

0,4

0,3

1,4

1,3

Loonvoet sector overheid (%)

3,2

1,6

3,0

2,7

Prijs overheidsconsumptie,
beloning werknemers (%)

1,0

1,8

3,6

2,1

Prijs overheidsconsumptie,
netto materieel (imoc, %)

0,4

0,8

1,4

1,4

Prijs intermediair verbruik (%)

0,9

0,7

2,4

1,7

Prijs bruto overheidsinvesteringen
(iboi, %)

-0,3

0,3

1,0

1,3

Prijs nationale bestedingen (%)

0,1

0,5

1,5

1,6

Prijs toegevoegde waarde bedrijven (%)

0,9

0,2

1,1

1,5

Contractloon marktsector (%)

1,2

1,5

1,6

2,2


Diverse kerngegevens (in niveaus) (toelichting/begrippen)
  2015 2016 2017 2018
Bruto binnenlands product
(bbp, in miljarden euro's)

683,5

702,6

733,4

764,0

Bevolking (in duizenden personen)

16940

17030

17125

17210

Beroepsbevolking (in duizenden personen)

8907

8942

9015

9110

Werkloze beroepsbevolking nationale definitie
(in duizenden personen)

680

581

470

420

Werkloze beroepsbevolking nationale definitie
niveau, % beroepsbevolking)

8,6

7,3

5,9

5,2

Bruto modaal inkomen (euro)

35500

36000

36500

37500

(a) Het CPB gebruikt met ingang van de MEV 2018 een nieuwe berekening van de arbeidsinkomensquote (AIQ). Deze nieuwe berekeningswijze houdt beter rekening met het arbeidsinkomen van zelfstandigen en sluit daarom beter aan bij de huidige economische realiteit. Hierover is een gezamenlijke notitie van het CBS, CPB en DNB met meer toelichting beschikbaar.